500 jaar Nederlandse dominantie over de Noordzee
Nederlandse haringvissers in de haven van Lerwick (Shetland)

500 jaar Nederlandse dominantie over de noordelijke Noordzee en Shetland

Nederlandse vissers zagen als eerste in Europa de economische waarde van haring

Begin 13e eeuw trok de Nederlandse vissersvloot in volle kracht naar de Shetland eilanden om haring te oogsten. Meer dan vijfhonderd jaar lang zouden Nederlandse vissers dominant zijn op Shetland. Maar dat ging niet zonder (zee-)slag of stoot. In de hoogtijdagen bestond de Nederlandse vloot uit meer dan tweeduizend boten en zesentwintigduizend vissers. Deze brachten Shetland en Nederland welvaart en economische voorspoed. De Nederlandse vissers waren ‘van god los’ en de verhouding met de lokale bevolking was er een van haat-liefde. De plaats waar de Nederlanders hun boten aanmeerden en handel dreven groeide uit tot de hoofdstad van Shetland. Anno 2015 is de invloed van de Nederlandse vissers op de Schotse Shetland eilanden nog steeds voelbaar.

Nederlandse vissers herkennde de strategische ligging van Shetland als eerste: wie de macht wil over de haringvangst in de Noordzee heeft op Shetland een haven nodig. In het jaar 1230 trok de Nederlandse vissersvloot naar Shetland. De handel bloeide op maar de sfeer tussen de geïsoleerde Shetlanders en de Hollandse vissers bleef onderkoeld: “The Dutch were here in the van, in aptitude, in ability and arrogance”.  De eilandbewoners reageerden hun ongenoegen af door de Nederlandse haringvissers regelmatig te molesteren.

Ruilhandel

De vissers ruilden hun tabak en gin tegen vers vlees en knitwear (locale ambacht – breiwerk) en lieten zich voor een stuiver per mijl rondrijden op Shetland ponies. De Hollanders Knowe dichtbij het huidige Lerwick was de grootste markt. Anno 2015 is de Hollanders Knowe een weide met grazende Shetland ponies. Het enige dat hier nog herinnert aan de Nederlandse dominantie is een bescheiden gedenkteken met “Hollanders Knowe”.

Hollanders ‘van god los’

De spanningen tussen de Hollanders en de locals liep verder op. Eind 13e eeuw werd op last van de Schotse autoriteiten de Hollanders Knowe tot de grond toe afgebrand. Een eilander verplaatste de handel naar de plaats waar de boten aangemeerd lagen. Dat is de plek waar nu (2015 ) de Victoria-pier ligt en het historisch museum van Lerwick. Deze nieuwe handelsplaats is de kiem van Lerwick, de hoofdstad van Shetland. Er is historisch beeldmateriaal beschikbaar van de Nederlandse vloot, aangemeerd in deze haven.

De Nederlanders bleven zich misdragen en de spanningen escaleerden regelmatig. Dat weerhield de Nederlanders er niet van om in de hoogtijdagen van de haringvangst met meer dan 2000 boten en 26000 man naar Shetland te komen. De visserij was lange tijd een belangrijke pijler van de Nederlandse economie.

Dominante Hollanders

De autoriteiten keken met afgunst op de Nederlanders neer en bouwden het fort in Lerwick om meer controle en grip te krijgen op de dominante Hollanders. Dat fort staat er nog steeds. Een Nederlands slagschip heeft een paar jaar later geprobeerd dit fort in brand te schieten, zonder succes.

Skibhoul – de plaats waar je de boten uit het water haalt

De tweede belangrijke haven voor de Nederlanders was Baltasound op het eilandje Unst, het noordelijke eiland van Shetland. Aan de rand van Baltsound vind je anno 2015 bakkerij-cafe Skibhoul. De naam Skibhoul is afgeleid van Schiphol wat betekent “de plaats waar je de boten binnenhaalt”. Skibhoul bestaat sinds het eind van de 19e eeuw (ca 1870). Hoewel de hoogtij dagen van de Nederlandse haringvisserij toen allang achter de rug waren verbleven er nog zo’n 7000 haringvissers in de baai.